dinsdag 26 februari 2013

St Lucia naar Martinique


Op St. Lucia hebben wij maar 4 stops gedaan. Na dat wij ingeklaart waren in Fort Vieux gingen wij door naar Soufriere en daarna naar Marigot Bay. Het is DE Baai op St. Lucia. Heel schattig met een klein strandje en palmbomen, dus echt caraibisch – maar ja, dat willen al die charterboten en cruiseship-toeristen natuurlijk ook niet missen. Maar wij willen niet klagen. Er lagen gelukkig ook nog 2 catamarans die door 5 Duitse families gecharterd waren en onwijs veel kinderen mee hadden. Daar konden wij Mette en Mats ook nog even een middagje bij zetten (viel toch niet op….) en als zij genieten genieten ook wij.

De volgende dag door naar Rodney Bay. Een hele grote marina in. Eindelijk water tanken, schoon maken en de windmeter repareren. Gelukkig vonden wij ook nog een leuk stel dat boten buiten om poetst. Rastaman Vision en zijn vriendin. Heel aardig, goede prijs en keurig gewerkt! Kunnen wij alleen maar aanbevelen. De Mero was dus binnen en buiten we schoon en zo konden we door.

Zondag 17 februari zijn wij over naar Martinique. Het was een leuke en snelle tocht. Er stond een leuk windje en zo waren we met 4 uurtjes bij het Franse eiland. Je ziet meteen al dat dit eiland anders is. Alles is redelijk netjes (op zijn Frans), goede wegen, geen bootboys komen aanscheuren en de auto’s rijden rechts. In le Marin zijn wij 3 dagen blijven liggen en op donderdag door naar Petit Anse Arlet. Leuke baai met heel leuk water om te snorkelen. De schildpadden zijn hier reuze! Jasmin dacht nog een snorkelaar te zien maar het was een schilpad…… Hier hebben wij geleerd wat Franse onder een broodje baguette begrijpen, je krijgt gewoon een half baguette in je handen! Wel lekker zo’n vers baguettje.
Vrijdag door naar de hoofdstad naar Fort de France. Hier liggen wij nu bijna onder het Fort. Leuke plek en dicht bij de drukke stad. De Barnstomer ligt hier ook, dat was een verassing! Hadden we voor het laatst op de Kaap Verden gezien. Zaterdagochtend meteen na school op pad om een auto te huren. Om tien voor twaalf lukte het nog wel, poeh, want om 12 uur ging alles dicht. In de middag zijn wij meteen doorgereden naar St. Pierre. Dit was tot 1902 de hoofdstad van Martinique met 30.000 inwooners. Toen barst de volkaan uit en dit kwam helemaal onverwacht zodat de hele stad overleed. Zo’n 5000 mensen konden nog weg komen, de rest heeft het niet overleeft. Behalve 1 mijnheer, die zat in het gevangenis en heeft heel veel brandwonden opgelopen. Het is wel indrukwekkend als je foto’s van voor de uitbarsting ziet. Het was voor die tijd een heel moderne bloeiende handelstad. Het was de belangrijkste havenstad van de carieb en nu is er niets van over. De stad is ook nog nooit meer bijgekomen. Er wonen nu nogmaar 5000 mensen en alles ziet er een beetje vervallen en verlaten uit.
Zondag zijn wij over het eiland gereden en waren soms wel onder de indruk van de hellingen. Het gaat hier somaar met 15% omhoog of omlaag. Er word hier echt alleen maar Frans gesproken, maar mensen zijn echt gewild om een beetje Engels met ons te praten. Het eiland is mooi, je ziet onwaarschijnlijk grote bananenplantages en veel toerisme met vooral Franse of Franstalige bezoekers.
Maandag zijn we vroeg op want we moesten vanaf 8 uur de parkeerplek betalen. Omdat we er toch uit moesten zijn we maar meteen op pad gegaan want we mochten de auto nog tot 12 uur houden. Nog wat boodschappen gedaan en toen we terug kwamen bij de boot, zaggen we dat er een Franse boot met een familie en drie kinderen was aangekomen. Deze boot kenden wij al uit Alven/Portugal. Dat was leuk om elkaar weer te zien. ’s Middags was dus een groot kinderfeest op het strand. De Dixbay, de Barnstormer, de Rafiki (een Engelse boot met 2 kinderen) en 2 Franse boten. Zo hebben wij spontaan besloten om pas dinsdagavond te vertrekken richting Dominica. Zo kunnen de kinderen vandaag nog lekker van elkaar genieten. Ook voor Mette zat deze keer eindelijk weer een vriendinnetje erbij. Emily uit de buurt van London. Komt ook nog haar engels te goed! Dat gaat echt met iedere keer beter. Zelf Mats redt zich met een paar brokken engels en wat handen en voeten en speelt met haar broertje James die net als Mats ook 8 jaar oud is. Gelukkig hebben zij voor de volgende weken +/- dezelfde route als wij en zo zullen wij elkaar veel tegen komen. Vanavond gaat het anker omhoog en we gaan in een keer doorzeilen naar Dominica/Porthsmouth.

maandag 11 februari 2013

Van Grenada naar St Lucia en alles wat daar tussen in ligt!


Dan eindelijk op donderdag 24 januari weten we het anker los te krijgen en varen we naar de westkust van Grenada waar een onderwatertentoonstelling te zien zou zijn. We varen met een flinke golfslag weg en gaan al snel de bocht om, hier is het rustig water en we pakken een mooring op in Flamingo bay. We snorkelen naast de boot en ook Jule begint het door te krijgen. We gaan nog even buurten bij de Broersbank die een baaitje verder ligt. Aan de beeldentuin komen we niet toe J Wat hebben we toch een goed leven, dit laten we liggen voor de volgende keer.
De volgende dag varen we verder naar Tyrell bay op Cariacou, ook dit hoort bij Grenada dus in/uitklaren is niet nodig. Onderweg worden we nog opgeroepen op de marifoon door de broersbank, zij hebben een gouddorade ( Mahi Mahi) gevangen maar hebben geen idee wat daarmee te doen. Wij wel en dus BBQén we ’s avonds op de Mero.We gaan met een local nog wat boodschappen doen, zijn auto zou waarschijnlijk in Nederland niet door de keuring komen. We kopen een echte duikbril met snorkel voor Jule en gaan met de dinghy naar het Mangrove reservaat, het is niet echt heel bijzonder, maar bijzonder genoeg. We eten nog wat met een stel Noren die we al in Grenada zijn tegengekomen. We spreken af de volgende morgen hun 42 ft Lagoon te gaan bekijken. Als we de volgende morgen om 0800 uur zitten te ontbijten zien we de Noren vertrekken (?) We hebben de Lagoon dus alleen van buiten kunnen bewonderen. Voor de niet boten kenners, Lagoon is Adria van de boten, een zogenaamde caravan op het water. Ik had nooit durven dromen dat ik ooit nog in een caravan geinteresseerd zou zijn J. De volgende morgen varen we naar Sandy island, een prachtig eiland voor de kust van Cariacou, we vinden geen lege mooring, maar de parkrangers laten ons weten, dat we ons anker op een zanderig plekje mogen laten zakken, zo gezegd zo gedaan. We zijn nog aan het ankeren als onze Franse buren aankomen varen, ze spreken Engels (!) en het blijken onze buren uit Mindelo, Cabo Verde te zijn.  Ze vertellen ons dat ze de dag ervoor een boot van het rif hebben getrokken die daar ook ankerde, er blijkt een dun laagje zand te liggen met daaronder een harde laag rots. We bedenken ons niet, halen ons anker op en varen naar Hillsborough om uit te klaren. De custom man ging net weg en meldde dat we dan mandag maar moesten terugkomen. Ik liet mij niet van de wijs brengen en vertelde hem dat ik dan zonder uitklaringsbewijs zou doorvaren, hij vond dat dat niet mocht. Om een lang verhaal kort te maken, ik ben naar immigratie gegaan (in het politiebureau) en daar heeft een alleraardigste man alles even geregeld… Dus op naar Petit St Vincent en Petit Martinique, tijdens het aanleggen gebeurd er wat raars, na het vrijschakelen van de motor, wil deze geen toeren meer maken zodra hij in zijn vooruit/achteruit gezet wordt, in de vrijloop is het geen probleem (het is vandaag 9 februari n het probleem is nog niet helemaal opgelost, dus wie het weet mag het zeggen). We gooien snel het anker uit en mbv een taxiboot gaan we aan een mooring liggen. De volgende dag de dieselfilter vervangen, maar dit had niet het gewenste resultaat. We tanken water en diesel en kopen nog wat carib en flessen water voor onderweg. We gaan naar Union island om in te klaren en kopen vlees om met de Flying circus, Dixbay en Broersbank te BBQ’en op de Tobago Keys. De Dixbay hebben wij in Spanje achtergelaten met schroefas problemen, maar ook zij zijn aan de overkant gekomen. Daar dus met iedereen op de boot een BBQ gehouden.  Het was bijzonder windig op de Tobago keys en we besloten dan ook snel om naar Mayreau te varen. Hier pikken we een mooring op (de witte van Marilyn, en vraag naar discount) en liggen heerlijk op ons gemakje. De Dixbay en Broersbank liggen hier ook. Wij blijven uiteindelijk 5 nachten liggen en maken nog kennis met een zweeds echtpaar met twee kinderen het blijken aardige mensen en we trekken hier een aantal dagen mee op. Paula leert ons dat ze in Zweden ook wat ander dan Kuttbulla eten, het gerecht met worstjes was heerlijk. Als zij weg zijn, ze gaan richting Grenanda, gaan wij nog een keer bij Dennis Hideaway eten. Dit ook als belooning voor de kinderen want die middag hebben wij de latste Cito-Toetsen afgenomen. Wij zijn erg trots op ze want alle toetsen verliepen erg goed! Zo gaan we  ’s middags al heen zodat we vroeg kunnen eten en op tijd weer thuis zijn, het loopt iets anders…….We ontmoeten een Nederlandse piloot die met een Amerikaanse getrouwd is en inmiddels gepensioneerd, een Schots – engels bruidspaar, hij instructeur-piloot voor gevechtsvliegtuigen, zij physiotherapeut, en nog een groep Duitsers waarvan eentje de Marina in Schwerin had gebouwd en dan kwam ook nog Sue, een Zweedse die op een Deense boot meevaarde en die we regelmatig tegenkwamen vanaf st Davids op Grenada. We zulle jullie de details besparen, maar het resultaat was, Jasmin en Coen beide (maar niet tegelijk) aan de Karaoke, Sue en Jasmin helemaal nat, Sue haar schoenen vergeten in onze dinghy een veeeeeelll te hoge rekening en een volle zak wasgoed. Maar we hebben dus voor het eerst kennis gemakt met RUM PUNSCH en het was erg gezellig. De volgende dag begon dan ook pas om 1200 uur. De kinderen hebben heel lief samen gespeeld en ons onze roes laten uitslapen. We hebben uiteindelijk toch nog de mooring losgegooid en zijn naar de Tobago Cays gevaren. Daar hebben we nu wel heerlijk op ons gemak gesnorkeld en Jule, Mats en Coen met schildpadden gezwommen, geweldig. Helaas had Jasmin extreem veel last van haar koortslip, dus snorkelen zat er niet in.
Dinsdag 5 februari zijn we vertrokken van de Cays en zijn we naar Bequia gevaren.  We lagen in een grote baai met zo 100 anderen boten….. Maar het is een leuk eilandje met een leuke boulevard aan de baai. Zo hebben wij hier heerlijk 3 dagen gelegen. Op dag 2 zijn we een rondritje op het eiland gaan doen. Volgens de pilots zit er ook een walvis-station-museum. Onze taxichauffeur was gelukkig de neef van de tegenwordige eigenaar. De oude was kort geleden overleden en zijn oom heeft de taak van het walvis vangen overgenomen. Bequia mag dus per jaar – vanwegen de traditie – tot 4 walvissen per hand vangen. Wij mochten zo een bootje bekijken waarmee de mannen dan achter een walvis aan gaan. Ook een soort kamer (het wordt hier museaum genoemd…..) met wat fotos en handwerksdingen mochten wij (tegen een entree van 10 EC) bekijken. Tenslotte ook nog naar de schildpadden-opvoedstation gereden. Het was wel leuk zoveel kleine schildpadden te zien, maar het verhaal achter het opvoeden vonden wij een beetje vreemd. Zij hadden en stuk of 30 kleine schildpadden in een bassin. Vervolgens de vakman overleven zij allemaal. Dus ieder jaar minstens 30 schildpadden…. Zij houden de schildpadden vervolgens 5 jaar, dan zijn zij groot genoeg om te overleven. Er was maar een pool met 11 grote schildpadden. Op onze vraag waar de rest dan is kon de beste man geen duidelijk antwoord geven…… Op de terugweg van de farm zijn wij in het luxe hotel van de volgende baai nog een drankje gaan nuttigen en wat hing er ter decoratie aan de muur? Jullie raden het wel…….
Zaterdag ochtend zijn wij vroeg weg uit Bequia en gingen richting St. Lucia. Naar een spoedige overvaart waren wij rond 14 uur geariveerd. Wij hebben het zuidelijkst e puntje gepakt en liggen nu bij Vieux Fort. Wij dachten het is een pittoresk klein vissersdorpje, maar het blijkt een soort kleinstad waar je meteen moet denken dat het zo wel in afrika moet uitzien. Nou ja, we zijn in de late middag op het vliegveld ingeklaard en morgen ochtend gaan we naar de volgende baai.